Vandaag is het een maand geleden dat ik aankwam op Noahs Ark in Uganda. Een mooi moment om in vogelvlucht te bekijken wat er in de afgelopen maand is gebeurd. Allereerst was het een maand van wennen. Bijvoorbeeld aan het klimaat, de cultuur, omgeving, werkplek, manier van leven. Zoveel is hier anders dan in Nederland.
Het een bevalt me goed, neem bijvoorbeeld het eten. Ik denk aan rolex (rolled eggs, ommelet in een dunne deegkoek gerold) en samoza (een soort gefrituurde appelflap, maar dan met groenten en soms vlees). Dit kan als gewone maaltijd gegeten worden, maar vooral de samoza is eigenlijk meer een snack. Posho is hier de standaard lunch: een soort maispudding met bruine bonen saus. Het is warm, vult goed en is prima te eten. Typische ingredienten voor een Ugandese maaltijd zijn yam, cassave, zoete aardappel of banaan met pindasaus. Zeker de banaan wordt hier veel uitgebreider gebruikt dan in Nederland. Matooke is bijvoorbeeld gestoomde, gestampte, groene banaan. Daarnaast is er onder andere ook nog gekookte, gefrituurde en verse banaan. Per bereidingswijze maakt het dan ook nog uit welke banaansoort er gebruikt wordt. Yam, cassave en banaan eet ik hier echter alleen bij speciale momenten of als ik mee eet met een Ugandese collega. Wanneer ik uit de keuken van Noahs Ark, samen met de kinderen eet, staat er vaker rijst met bonen of wat meer westerse maaltijden als spagetti, brood of pannenkoek op het menu. Of u het nu allemaal lekker vindt klinken of niet, ik ben er in ieder geval snel aan gewend geraakt. Zeker een warme lunch zou ook in Nederland geïntroduceerd kunnen worden wat mij betreft 😉
Qua manier van leven moest ik iets meer wennen: een koude douche, met de hand wassen, alert blijven op muggen ivm malaria, onderhandelen over de prijs voor een taxiritje achterop een motor of van fruit, regelmatige stroomuitval, matige internetverbinding, etc. Het zijn dingen waar prima mee te leven valt, maar of ik er nu altijd van geniet…? Het geeft in ieder geval een leuke uitdaging, en daar geniet ik dan weer wel van!
Wat betreft mijn stage in de kliniek ben ik met verschillende dingen bezig geweest. Grofweg valt het te verdelen in voorlichting rond Ebola voor de kinderen in het kinderhuis en op school, klinisch meelopen met arts, verpleegkundige of laborant en het repareren van medische apparatuur. De voorlichting rond ebola bestond uit verschillende toneelstukjes, presentaties en het aanleren van een liedje wat de methode van handwassen beschrijft. In de kliniek zie ik van alles, maar vooral ondervoeding (speerpunt van deze kliniek) en malaria (veel voorkomende ziekte in Uganda). Doordat patienten uit heel de omgeving komen, zie ik hier ook het meeste wat de gevolgen zijn van armoede waar sommigen in leven. Best heftig soms!
Wat betreft het repareren van medische apparatuur ben ik niet alleen een lerende student, maar voel ik me ook specifiek van toegevoegde waarde. Zo zijn er bijboorbeeld een couveuse en echoapparaat opnieuw in gebruik genomen na reparatie, en verschillende apparaten staan nog op de planning om (af)gemaakt te worden.
Doordat ik woon op het terrein van Noahs Ark, ben ik hier ook buiten mijn stage betrokken bij verschillende projecten. Zo doe ik mee met de zondagschool en kerk, help ik in de bibliotheek van de school en komen er regelmatig jongeren gezellig buurten voor een spelletje of samen eten. Ook het contact met andere bezoekers of medewerkers die hier wonen is fijn. Veel medewerkers zijn Ugandees, maar sommigen komen ook uit landen als Nederland. Met hen is het soms ook wel eens fijn om even als blanken onder elkaar te zijn en ervaringen te delen. En af en toe even Nederlands praten is ook best leuk 😉
Als ik terugkijk op de afgelopen maand kan ik zeggen: wat is het fijn om hier te zijn. Deze week zijn een aantal bezoekers weer teruggegaan naar hun thuisland en toen dacht ik hier ook weer aan. Het is niet leuk om afscheid te nemen, maar wat ben ik blij dat ik nog 2 extra maanden hoop te blijven!
