“Wat heb je allemaal al gedaan in Uganda?””Je moet ook echt veel rondreizen hoor, Uganda is een prachtig land!”Zomaar twee uitspraken die ik hier regelmatig te horen krijg als ik een praatje maak met Ugandezen. Het geeft een leuke opening om eens te horen wat de mensen hier trots op zijn; voor de een is het de natuur, de ander is trots op het variĆ«rende eten dat in de verschillende regios van het land wordt gegeten en voor weer een ander is het een trainingskamp bij zijn geboorteplaats waar atleten van over de hele wereld komen trainen. Hoewel ik ervan geniet om zo met mensen te praten en meer over Uganda te leren, vind ik het ook iets ongemakkelijke hebben. Het veronderstelt namelijk dat ik hier op vakantie ben: rondkijken, consumeren en geld uitgeven. Maar ik ben hier om een stage te lopen, dat is het primaire doel van mijn komst. Natuurlijk vind ik het mooi om op safari te gaan en vind ik het leuk om meer van het land te zien, prachtig! Alleen de behandeling die bij een toerist hoort hoef ik niet, ondergeschikt aan al mijn leermeesters. Geen ‘klant is koning’ mentaliteit alstublieft!
Wie wel vakantie hebben, zijn de schoolgaande kinderen in Uganda. Het Ugandese schoolseizoen loopt gelijk op met het kalenderjaar. Eigenlijk best makkelijk, zo is er ook geen verwarring over de betekenis van bijvoorbeeld ‘vorig jaar’. Net als in Nederland is er tussen de twee schooljaren een grote vakantie. De vakanties zijn hier net begonnen en duren tot ergens in februari, best de moeite dus… Voor de kinderen in Noahs ark is het een bijzondere tijd. Sommigen gaan voor de vakantietijd naar familie elders in het land. Anderen blijven thuis, maar missen hun vriendjes en vriendinnetjes die ze nu niet meer op school zien. Voor de een is het heerlijk om even niet te hoeven leren en nu lekker te kunnen spelen of werken, de ander vindt het maar niks om niet in de klas te zitten. Voor alle kinderen geldt dat de structuur die school bood weg is gevallen. Om deze reden is er een ‘holiday program’ opgezet.
Als ik in de kliniek een vrije dag heb, die ik ook mee in de organisatie van dit programma. Het idee is dat de kinderen minimaal eenmaal daags een activiteit van zo’n 2 uur hebben. Over de week bestaat dit afwisselend uit onder andere sporten, spelenderwijs rekenen, lezen in de bibliotheek, dans en knutselen. Op deze manier hebben de kids elke dag een leuke activiteit, passen ze toe wat ze het afgelopen jaar hebben geleerd en heb ik ook een actieve invulling van mijn vrije dag.
